Om recht te hebben op jeugdvakantie moet de jongere aan de volgende voorwaarden voldoen:
- Op 31 december van het vakantiejaar de leeftijd van 25 jaar niet bereikt hebben;
(het vakantiedienstjaar is het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin de jongere vakantie neemt)
(het vakantiedienstjaar is het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin de jongere vakantie neemt)
- In de loop van het vakantiedienstjaar zijn studies (met inbegrip van de periode van het maken van een eindwerk), leeftijd (middenstandsopleiding of industriële leertijd) of opleiding (vorming erkend in het kader van de deeltijdse leerplicht, opleiding erkend door de VDAB, ACTIRIS, FOREM of ADG in het kader van het inschakelingsparcours) hebben beëindigd.
- Na de beëindiging van de studies, leertijd of vorming, inde loop van het vakantiejaar gewerkt hebben als loontrekkende gedurende een minimumperiode. De jongere met gedurende ten minste één maand verbonden zijn door één of meerdere arbeidsovereenkomsten en deze tewerkstelling moet minste 13 arbeidsdagen in de zin van de werkloosheidseglementering omvatten. Een tewerkstelling met vakantieregeling “ openbae dienst” of met uitgestelde bezoldiging(onderwijs) en een industriële leertijd tellen echter niet mee.