donderdag 13 februari 2014

Akkoord in de groep van 10 - Geen euforie aub

 
 
De groep van 10 (vakbonden en werkgevers op nationaal niveau) heeft op maandag 10 februari een akkoord afgesloten over de index, net als over een aantal deeldossiers in het kader van de harmonisering van arbeiders- en bediendenstatuten. 
Eerst onderstrepen we opnieuw dat er nog helemaal geen sprake is van een eenheidsstatuut. Wat geregeld is in de ‘wet van 26/12/2013’ (opzegtermijnen, carensdagen en aanverwante) maakt geen komaf met de noties arbeiders en bedienden. Het zal bovendien nog jaren duren vooraleer de opzegtermijnen volledig gelijkgeschakeld zullen zijn voor iedereen.
Het nu uitgewerkte akkoord over de motivering zorgt er inderdaad voor dat alle werknemers, arbeiders én bedienden, op eenzelfde manier een ontslag kunnen aanvechten. Het gaat hier niet over een motiveringsplicht, wel over een recht voor de werknemer om de werkgever om zijn ontslagmotieven te vragen. Hij kan deze dan eventueel aanvechten voor de arbeidsrechtbank. Boete en/of sanctie voor de werkgever is voorzien indien deze, op vraag van de werknemer, geen motieven geeft of indien de arbeidsrechtbank het ontslag als kennelijk onredelijk beschouwt. Het is te vroeg om al te stellen dat dit veel zal veranderen in het ontslagrecht. De praktische toepassing ervan zal dit uitwijzen. En het is helemaal overtrokken dit een mijlpaal of historische stap te noemen in de geschiedenis van het ontslagrecht. Net zo min als de wet van 26/12/2013 dit was, behalve als het gaat over de achteruitgang voor bedienden.
Voor de aanvullende pensioenen (de zogenaamde 2de pijler) hebben de vakbonden en werkgevers een advies gegeven aan de minister van pensioenen in het kader van de harmonisering tussen arbeiders en bedienden. Op sector- en bedrijfsvlak wordt meer dan 10 jaar voorzien om hier werk van te maken en resultaten te behalen. En, laat ons niet vergeten, het gaat alleen over gelijkschakeling in die sectoren en bedrijven waar er een aanvullend pensioen bestaat. Het gaat dus zeker niet over een veralgemening van de 2de pijler voor alle werknemers.
Ten andere wil BBTK, net zoals het ABVV, dat in eerste instantie werk wordt gemaakt van de herwaardering van het wettelijke pensioen, de eerste pijler. En dat via het optrekken ervan naar 75% van het loon voor iedereen, samenwonenden inbegrepen. In welke mate de harmonisering van de 2de pijler er komt en hoe, zal natuurlijk bepaald worden door de beschikbare marge voor het optrekken van de bijdragen voor die groep van werknemers waarvoor nu de laagste premie geldt. Ook hier dus is overdreven triomfalisme niet op zijn plaats. Het werk moet nog beginnen! BBTK wenst hierbij te onderstrepen dat wij vanaf 2015 ten andere opnieuw volop willen gaan voor verhoging van de brutolonen. Want via de bijdragen hierop wordt het wettelijke pensioen van elkeen versterkt.
De nieuwe index is er. En dat is weinig opzienbarend. Want wat alle betrokken waarnemers al langer wisten is bewaarheid geworden. De nieuwe indexsamenstelling levert een lager indexcijfer op. Dit wordt in januari echter gemaskeerd door een stijging van een aantal prijzen (vnl groenten en huur) zodat de inflatie op jaarbasis toch nog stijgt. In de praktijk zijn er op korte termijn geen gevolgen voor de indexeringen in de sectoren, niettegenstaande wat de werkgevers hierover ook beweren. Deze zullen doorgaan zoals gepland. Niet vroeger of later, niet meer of minder. De BTW-verlaging op elektriciteitsprijzen vanaf 1 april zal belangrijker gevolgen hebben en een vertraging van de indexeringen met een 6-tal maanden veroorzaken. Of een verlaging van de indexeringen op vaste tijdstippen.
Heeft het overleg in de groep van 10 dan een muis gebaard? Aan elkeen om dit te beoordelen. Er zijn in elk geval geen potten gebroken. Maar het belangrijkste werk komt er nog aan. Dat geldt zeker voor de toepassing van het motiveringsrecht en de harmonisering van de 2de pijler systemen. Zoals in het Engels wordt gezegd: ‘The proof of the pudding is in the eating’.
En voor ons bestaat, althans op korte termijn, het dessert in het wegwerken van de discriminatie van de bedienden wat de berekening van het vakantiegeld betreft. Werkgevers en vakbonden hebben zich nu 2 maanden gegeven om dit te regelen. Wij geven de voorkeur aan het overleg om dit nu te regelen. Maar zoals aangekondigd zullen wij niet nalaten het juridisch af te dwingen indien het overleg niets oplevert.