De groep van 10 (vakbonden en
werkgevers op nationaal niveau) heeft op maandag 10 februari een akkoord
afgesloten over de index, net als over een aantal deeldossiers in het kader van
de harmonisering van arbeiders- en bediendenstatuten.
Eerst onderstrepen we opnieuw dat er nog helemaal geen sprake is van een
eenheidsstatuut. Wat geregeld is in de ‘wet van 26/12/2013’ (opzegtermijnen, carensdagen en aanverwante) maakt geen komaf
met de noties arbeiders en bedienden. Het zal bovendien nog jaren duren
vooraleer de opzegtermijnen volledig gelijkgeschakeld zullen zijn voor
iedereen.
Het nu uitgewerkte akkoord over de motivering zorgt er inderdaad
voor dat alle werknemers, arbeiders én bedienden, op eenzelfde manier een
ontslag kunnen aanvechten. Het gaat hier niet over een motiveringsplicht, wel
over een recht voor de werknemer om de werkgever om zijn ontslagmotieven te
vragen. Hij kan deze dan eventueel aanvechten voor de arbeidsrechtbank. Boete
en/of sanctie voor de werkgever is voorzien indien deze, op vraag van de
werknemer, geen motieven geeft of indien de arbeidsrechtbank het ontslag als
kennelijk onredelijk beschouwt. Het is te vroeg om al te stellen dat dit veel
zal veranderen in het ontslagrecht. De praktische toepassing ervan zal dit
uitwijzen. En het is helemaal overtrokken dit een mijlpaal of historische stap
te noemen in de geschiedenis van het ontslagrecht. Net zo min als de wet van
26/12/2013 dit was, behalve als het gaat over de achteruitgang voor bedienden.
Voor de aanvullende pensioenen (de zogenaamde 2de pijler) hebben
de vakbonden en werkgevers een advies gegeven aan de minister van pensioenen in
het kader van de harmonisering tussen arbeiders en bedienden. Op sector- en
bedrijfsvlak wordt meer dan 10 jaar voorzien om hier werk van te maken en
resultaten te behalen. En, laat ons niet vergeten, het gaat alleen over
gelijkschakeling in die sectoren en bedrijven waar er een aanvullend pensioen
bestaat. Het gaat dus zeker niet over een veralgemening van de 2de pijler voor
alle werknemers.
Ten andere wil BBTK, net zoals het ABVV, dat in eerste instantie werk
wordt gemaakt van de herwaardering van het wettelijke pensioen, de eerste
pijler. En dat via het optrekken ervan naar 75% van het loon voor iedereen,
samenwonenden inbegrepen. In welke mate de harmonisering van de 2de pijler er
komt en hoe, zal natuurlijk bepaald worden door de beschikbare marge voor het
optrekken van de bijdragen voor die groep van werknemers waarvoor nu de laagste
premie geldt. Ook hier dus is overdreven triomfalisme niet op zijn plaats. Het
werk moet nog beginnen! BBTK wenst hierbij te onderstrepen dat wij vanaf 2015
ten andere opnieuw volop willen gaan voor verhoging van de brutolonen. Want via
de bijdragen hierop wordt het wettelijke pensioen van elkeen versterkt.
De nieuwe index is er. En dat is weinig opzienbarend. Want wat
alle betrokken waarnemers al langer wisten is bewaarheid geworden. De nieuwe
indexsamenstelling levert een lager indexcijfer op. Dit wordt in januari echter
gemaskeerd door een stijging van een aantal prijzen (vnl groenten en huur)
zodat de inflatie op jaarbasis toch nog stijgt. In de praktijk zijn er op korte
termijn geen gevolgen voor de indexeringen in de sectoren, niettegenstaande wat
de werkgevers hierover ook beweren. Deze zullen doorgaan zoals gepland. Niet
vroeger of later, niet meer of minder. De BTW-verlaging op
elektriciteitsprijzen vanaf 1 april zal belangrijker gevolgen hebben en een
vertraging van de indexeringen met een 6-tal maanden veroorzaken. Of een
verlaging van de indexeringen op vaste tijdstippen.
Heeft het overleg in de groep van 10 dan een muis gebaard? Aan elkeen om
dit te beoordelen. Er zijn in elk geval geen potten gebroken. Maar het
belangrijkste werk komt er nog aan. Dat geldt zeker voor de toepassing van het
motiveringsrecht en de harmonisering van de 2de pijler systemen. Zoals in het
Engels wordt gezegd: ‘The proof of the pudding is in the eating’.
En voor ons bestaat, althans op korte termijn, het dessert in het
wegwerken van de discriminatie van de bedienden wat de berekening van het
vakantiegeld betreft. Werkgevers en vakbonden hebben zich nu 2 maanden gegeven
om dit te regelen. Wij geven de voorkeur aan het overleg om dit nu te regelen.
Maar zoals aangekondigd zullen wij niet nalaten het juridisch af te dwingen
indien het overleg niets oplevert.